Luswa gaat naar de pygmeeën (1)

28 december 2016 - Kikwit, Congo-Kinshasa

Beste vrienden,

Hierbij het eerste deel van het reisverslag van Luswa's reis naar de pygmeeën. Een onmogelijke reis. Wat een durf. Dit is nog maar een beginnetje. Je kunt het nu op mijn weblog volgen, maar ik ga er een reisblog aan wijden. Dat komt nog. Technische problemen... Volg het verhaal van Luswa. Bloedstollend bij tijd en wijle!

Groet,
vrede,

Bram Krol
''''''''''''''''''''''

Luswa bij de pygmeeën (1)

Daar ga ik dan. Met kloppend hart. Wat staat me te wachten? Eigenlijk is het een onmogelijke reis. Ik heb met tranen in de ogen afscheid genomen van mijn vrouw en van de enige dochter die nog thuis is. (De andere kinderen studeren elders in het land). Kikwit laat ik achter me, de stad waar ik al zo lang woon. Het winkelgebied met vooral Chinese en Indiase winkels. Daarachter de heuvel waarop Kikwit III ligt. De andere delen van de stad kun je niet zien. Kikwit is groot. Eén miljoen inwoners. Zonder elektriciteit. Dat is Kongo. Achtergebleven, arm en armetierig. Maar in mijn bagage zitten oude kleren, bijeengebracht door mijn kerk in de stad, vlak aan de rivier de Kwilu gelegen. Dat is een kapitale gift voor de nog zoveel armere pygmeeën.

Eerst ga ik Jean ophalen. Hij woont in Idiofa, 100 kilometer verder. De weg daarheen is hier en daar erg gehavend, vol gaten en grote stukken zand met diepe kuilen. Jean Kibungula is predikant in Idiofa. Hij heeft voorheen in Oshwe, de hoofdstad van het oerwoud, gewerkt. Hij is mijn onmisbare gids en bovendien een enthousiaste prater. Waar hij maar komt, maakt hij vrienden. Hij kent ook de taal van de pygmeeën in onze provincie.oerwoud.8

              Luswa (voor) en Jean bij Idiofa

Ik ben Bernardin Luswa, predikant van een pinkstergemeente in het winkelgedeelte van Kikwit. Verder ben ik de directeur van een kleine zendingsorganisatie, Stichting Facilite, die o.a. onder de pygmeeën van de Bandunduprovincie werkt. Bandundu, dat is mijn provincie, met 7 miljoen inwoners en zesmaal zo groot als Nederland. De helft van mijn provincie bestaat uit regenwoud, het noordelijke en oostelijke gebied. Daar gaan we heen.

>>

Jean heeft een reparateur meegenomen voor de motoren. Na Idiofa is er geen enkele primitieve garage meer te bekennen. Maar we gaan meer dan 600 kilometer het oerwoud in, over een onbegaanbaar pad. Met twee motoren en drie man rijden we eerst naar Piopio, 155 km, een redelijk onderhouden zandweg.oerwoud.6 (Op de foto: de krikkemikkige brug bij Piopio) Helaas regent het pijpenstelen. De kuilen in de weg worden grote plassen. Af en toe blijven we steken in de blubber met onze zwaar beladen motoren. Het wordt toch nog 18 uur voordat we twee uur later dan gehoopt aankomen. De nacht valt al, maar we besluiten toch een grote kano te huren voor de overtocht naar Yuki Onatra, over de Kasaïrivier [twee- driemaal zo breed als de Rijn bij Arnhem], een zijrivier van ‘de’ rivier, de Kongo. Daar, aan de overkant van die enorme rivier, hopen we de nacht door te brengen. Maar de kano komt vast te zitten op een zandbank, waardoor we meer dan een uur verliezen op het water. Het water komt tot vlakbij de boorden van het achterschip. Ik kijk niet. Ik heb watervrees.oerwoud.7

Eindelijk komen we tegen tienen aan. Ds. Muke ontvangt ons, een oude vriend. Hij heeft iets te eten voor ons. We voelen ons uitgehongerd. Sinds 8 uur vanochtend hebben we niets meer gegeten. We kunnen slapen in zijn kerkje, zonder matras, zo op de grond. De volgende ochtend sleutelen we wat aan de motoren, kopen brandstof, die daar, aan de rivier, gemakkelijk te verkrijgen valt. We nemen enkele jerrycans extra mee, vastgebonden aan onze bagage. En daar gaan we.

Het pad dat we nemen heet ‘De weg der zuchten’. Het is een slingerend pad, soms bijna verdwenen, opgeslokt door het oerwoud. Je moet je ogen beschermen tegen de vele laaghangende takken en lianen, sommige met giftige doorns. Fel bijtende rode mieren, die in eindeloze stoeten door het oerwoud trekken. Omgevallen bomen – maar hoe moet je er overheen? De leemachtige gele grond en rode klei, waar, na een regenbui, de banden van de motoren zich in vastzuigen. Als je harder dan 20 km. per uur kunt rijden, heb je wel een heel goed stuk van het pad te pakken… Soms heb je geluk.

>>

En toen kreeg ik een ongeluk…

(Rest volgt)

Foto’s